De zeemeeuw
De interim manager wordt nogal eens vergeleken met een schreeuwende zeemeeuw. Hij komt schreeuwend aanvliegen, maakt veel rommel, poept de boel onder en vertrekt al schreeuwend weer.
De vergelijking is niet vreemd, hoewel niet altijd terecht.
Terecht is de vergelijking als je een interimmer hebt ingehuurd die inderdaad veel herrie maakt, grote verhalen vertelt met een gezicht van “ik heb alles onder controle en ik ga dit varkentje wel eens eventjes wassen”. Deze interimmer houdt indrukwekkende speeches en organiseert wervelende teamsessies. Het team is (schijnbaar) enthousiast en lijkt grote stappen voorwaarts te zetten.
Na een paar maanden vertrekt de interimmanager. Met hem verdwijnt ook alles wat in gang is gezet. Onderling is al gauw afgestemd dat de plannen niet haalbaar zijn en er toch ook open eindjes aan zitten die niet goed af te hechten zijn.
Wat gaat er verkeerd?
Een interventie van een interim manager zal alleen beklijven als de interventie aansluit bij de organisatiewaarden en ingebed is in de normale werkwijze van een team. Daarbij zal een interventie echt even de tijd moeten krijgen om zich te bewijzen als de interim manager er nog is. Na een paar maanden kan er wezenlijk niets veranderd zijn. Verder ( en dat heeft ook met het eerste punt te maken) moet de manager ná de interimmer ook zijn werk kunnen gaan doen zonder erfenis van een opgeblazen circus.